Correspondentie van Martin Bruijns, 1940-1948.
Extent and Medium
10 omslagen
Note(s)
Martin Bruijns werd in juli 1943 opgeroepen voor de arbeidsinzet. Samen met zijn twee jaar jongere broer Joep moest hij werken bij AEG in Berlijn-Treptow. Thuis in Amsterdam bleven de broertjes Henk en Adrietje en zusje Annie achter bij hun ouders. Volgens de familie hadden ze een relatief goede tijd in Berlijn, op de bombardementen na en de bevrijding door de Russen. Hij kwam uit een rood nest en was lid van de Arbeiders Jeugd Centrale. Bij zijn terugkeer ontdekte hij tot zijn teleurstelling dat zijn ouders bekeerd waren tot Jehovah's Getuigen.
Na de oorlog onderhield hij nog een briefwisseling met mede-dwangarbeiders waaronder de Fransman George Robin en de Belg Roger Vermeulen (die ook de foto's had gemaakt). Andere personen die in de correspondentie voorkomen zijn: Wim Ferwerda (vriend, zat al in Berlijn) en Nantje Moesker, die Martin kende van de AJC en die de zus was van zijn beste vriend Dolf Moesker.De broers Martin en Joep Bruijns
Subjects
- Arbeidsinzet - Zie ook: Dwangarbeid