Heiber, Mojzesz; Fajersztejn, Estera

Mojzesz (Maurice) Heiber werd in 1908 geboren in Stryj, Galicië. Zijn familie verhuisde in 1914 naar Wenen. Na zijn hogere studies in Engeland kwam hij in 1926 naar België. In 1932 richtte Heiber zijn eigen bedrijf op. Zijn latere vrouw Estera (Esta) Fajersztejn, afkomstig uit Warschau, was naar België gekomen aan de Universiteit in Luik te studeren. Tijdens de oorlog had Maurice Heiber het bestuur aanvaard van het Orphelinat israélite de Bruxelles. In 1941 werd hij lid van de Vereniging der Joden in België (VJB), als medewerker en later hoofd van de sociale dienst. In 1942 werd Heiber via de katholieke journalist Émile Hambresin gerecruteerd als ‘mol’ in de VJB voor het verzet, meer bepaald het Onafhankelijkheidsfront en het CDJ. Hij zou in het bestuur zetelen van beide organisaties, en actief blijven in de VJB. Dankzij zijn positie kon hij het verzet van informatie voorzien en redde hij vele Joodse kinderen het leven. Ook Esta, lid van de KPB, was in het verzet actief. Rond eind mei 1943 werden zowel Maurice als Esta Heiber opgepakt en naar de Dossinkazerne in Mechelen gedeporteerd. Ze werden er bevrijd in 1944. Na zijn terugkomst uit Zwitserland in 1947, waar hij verbleef om te herstellen van een zware ziekte, bekleedde Maurice vanaf 1949 nog de functie van administrateur bij de Aide aux Israélites Victimes de la Guerre.