Protestantsch Hulp Comité voor Uitgewekenen om Ras en Geloof

Identifier
MF758787
Language of Description
Dutch
Dates
1 Jan 1938 - 31 Dec 1940
Level of Description
Fonds
Source
EHRI Partner

Extent and Medium

0,3 meter (7 inventarisnummers)

Biographical History

Inleiding

Het Protestantsch Hulpcomité voor Uitgewekenen om Ras of Geloof. werd op 5 mei 1936 op initiatief van de Oecumenische Raad opgericht en stond onder voorzitterschap van prof.mr. V.H. Rutgers. Het doel (de taak) van het Comité was het opvangen en het voorbereiden van emigratie van vluchtelingen van:
a) geheel of gedeeltelijk Joodse afkomst, mits in hun jeugd of op latere leeftijd gedoopt,
b) van niet Joodse afkomst, maar gehuwd met Joden.

De voorzitter van het Hulpcomité, prof.mr. V.H. Rutgers, overleden in gevangenschap op 5 februari 1945 te Bochum.

In Nederland, waar reeds werkloosheid heerste, konden deze vluchtelingen niet tewerkgesteld worden; er werden daarom door het Hulpcomité voor deze vluchtelingen kampen ingericht, van waaruit hun emigratie werd voorbereid. In het geheel heeft het Comité in de periode van 1936 tot 1939 180 personen naar het buitenland kunnen laten emigreren.

Daar het Comité niet gesubsidieerd werd door de regering, moest voortdurend een beroep gedaan worden op de Nederlandse bevolking.

Het archief bevat hoofdzakelijk correspondentie van- en met het Hulpcomité betreffende de werkzaamheden van het Comité. De toegang is in november 1970 vervaardigd door mejuffrouw A.H. Stork.

Conditions Governing Access

Openbaarheid

Het archief is in zijn geheel openbaar.

Note(s)

  • Het Comité werd op 5 mei 1936 op initiatief van de Oecumenische Raad opgericht en stond onder voorzitterschap van prof.mr. Victor Henri Rutgers. Het doel van het Comité was het opvangen en het voorbereiden van emigratie van joodse vluchtelingen.

  • Volledig openbaar

This description is derived directly from structured data provided to EHRI by a partner institution. This collection holding institution considers this description as an accurate reflection of the archival holdings to which it refers at the moment of data transfer.