Onderzoek - Advocatuur in bezettingstijd
Extent and Medium
4,7 meter (222 inventarisnummers)
Biographical History
Geschiedenis
Het onderzoek dat dr. J.P. Meihuizen tussen 2005 en 2010 verrichtte naar de Nederlandse advocatuur in bezettingstijd verkent de spanning tussen recht en ethiek in donkere tijden.
Zoals zoveel leidende ambtenaren bogen de rechterlijke macht en de balie van advocaten mee met de Nieuwe Orde. Illustratief is de reactie op het beroepsverbod voor Joodse advocaten in het voorjaar van 1941. De Nederlandse Advocaten Vereniging en de negentien Orden van Advocaten protesteerden niet. Men boog mee, omdat men meende niets te kunnen doen. Zo volgden advocaten de rechterlijke macht die reeds in het najaar van 1940 zonder teken van afkeuring het ontslag aanvaardde van Joodse rechters, onder wie de president van de Hoge Raad mr. L.E. Visser.
De advocatuur als geheel heeft niet uitgeblonken in openlijk verzet tegen Duitse maatregelen: men voerde geen principiële verweren. Het karakter van de professie en de verantwoordelijkheden die daarmee samenhingen, lieten de advocatuur slechts smalle marges. Leidend beginsel voor advocaten is om voor iedere afzonderlijke cliënt - en niet in dienst van enig ander belang - het beste te bewerkstelligen. Dit cliëntenbelang vormde een belangrijke beperking om zich principieel op te stellen en zich tegen een totalitair en onverzoenlijk systeem teweer te stellen. In individuele gevallen was het niet de juridische bijstand maar buitenjudiciële hulp, zoals eten en rookwaar de gevangenis binnensmokkelen, die geboden kon werden. Oneigenlijke activiteiten voor een advocaat, zoals ook aangewend bij het ariseren van Joden, het zogenaamde “calmeyeren”. Met leugen en bedrog wisten advocaten als A.N. Kotting en J. van Proosdij honderden Joden te ‘ontjoodsen’ en het leven te redden. Ook bij de toewijzing van een plaats in het Joodse elitekamp Barneveld hebben niet-Joodse advocaten een actieve rol gespeeld.
Een aantal advocaten was lid van de NSB. Sommigen van hen traden toe tot de rechterlijke macht en maakten snel carrière, werden op hoge posities benoemd en werkten er aan mee om de Duitse greep op het justitiële apparaat te verzekeren. De Utrechtse advocaat Van Genechten werd procureur-generaal in Den Haag, de Haarlemse advocaat De Rijke in Arnhem en de Alkmaarse advocaat Van Leeuwen in Den Bosch. De NSB-advocaten waren bijna allen lid van het nazistische Rechtsfront, dat in de balie echter geen voet aan de grond kreeg. De balie is niet genazificeerd via een landelijke, overkoepelende nazistische Advocatenkamer.
De naoorlogse zuivering van de balie was een oncontroleerbare interne aangelegenheid van advocaten door advocaten. Men heeft het zich gemakkelijk gemaakt door discussies over uitgangspunten en normen te vermijden en slechts twee formele criteria te hanteren die met de beroepspraktijk van de advocaat weinig van doen hadden. Die criteria waren het lidmaatschap van de NSB of aanverwante organisatie dan wel een functie bij de liquidatie van een vereniging of stichting die de bezetter onwelgevallig was. Van hoor en wederhoor was nauwelijks sprake; de zaken werden als ‘hamergevallen’ afgedaan. Ondanks deze schrijnende tekorten van het onderzoek naar de advocatuur en van de procedure, gold de zuivering als geslaagd, omdat zij zeer snel is verlopen. Die snelheid mag bij zo’n gemankeerde procedure nauwelijks verrassend heten. Daarbij komt dat reeds in de jaren vijftig en zestig geschrapte, ‘foute’ advocaten mochten herintreden.
Meer dan de helft van de ruim tweehonderd Joodse advocaten heeft de oorlog overleefd en dat kwam deels door de hulp van hun confrères, maar toch vooral doordat zij zelf de bui vroegtijdig zagen hangen en op tijd waren gevlucht of ondergedoken. Ongeveer veertig advocaten die daadwerkelijk verzet hebben gepleegd tegen de Duitse bezetter hebben dit met hun leven moeten bekopen. Van hen was een derde Joods.
Omslag van het boek "Smalle marges".
Archival History
periode van ontstaan
Het archief is gevormd in de periode 2005-2010.
beheersgeschiedenis/overbrenging naar het RIOD
Het onderzoeksarchief is op 20 mei 2011 door onderzoeker dr. J.P. Meihuizen overgedragen aan het NIOD.
Acquisition
wettelijke status
Het archief is eigendom van het NIOD.
Scope and Content
aard van de archiefbestanddelen
Het archief bevat aantekeningen en kopieën die dr. J.P. Meihuizen maakte tijdens zijn onderzoek. Tevens bevat het een groot aantal documenten die zijn ontstaan tijdens de bezetting, waaronder pleitnota's, strafdossiers en aanvragen voor opname op de zogeheten Barneveld-lijsten. Ook bevat het archief naoorlogse documenten over de zuivering van de advocatuur.
Appraisal
selectie, vernietiging en bewerking
Voor ontvangst door het NIOD zijn gele hechtpapiertjes verwijderd door de onderzoeker.
Accruals
aanvullingen
Op 28 februari 2013 droeg dr. J.P. Meihuizen nog enige aanvullende stukken over. Deze zijn ondergebracht in de inventarisnummers 211-222.
Het archief kan voorts nog worden aangevuld met documenten uit de bezettingsjaren die door persoonlijke contacten van de onderzoeker worden vergaard.
System of Arrangement
ordening van de archiefbestanddelen
De structuur van het onderzoeksarchief sluit aan bij de indeling van de studie "Smalle marges". De stukken over Nederlandse advocaten zijn geordend per lokale Orde van Advocaten. Aan zowel Joodse advocaten als nationaal-socialistische en pro-Duitse advocaten is een afzonderlijke rubriek gewijd. Evenzeer zijn de documenten over advocaten die betrokken waren bij aanvragen voor opname op de zogeheten Barneveld-lijsten ondergebracht in een aparte rubriek. Tenslotte zijn de stukken over de naoorlogse zuivering van de Nederlandse advocatuur in een aparte rubriek opgenomen.
Conditions Governing Access
Openbaarheid
Het archief is in zijn geheel beperkt openbaar. Het is slechts raadpleegbaar na verkregen schriftelijke toestemming van de directeur van het NIOD. Onderzoekers kunnen zich daartoe schriftelijk wenden tot de directeur van het NIOD.
Conditions Governing Reproduction
reproductiebeperkingen
Behoudens de algemene regels die gelden voor het vermenigvuldigen van stukken gelden geen beperkingen voor de reproductie.
Physical Characteristics and Technical Requirements
materiële staat
De materiële toestand van de archiefstukken verzet zich niet tegen gebruikelijke raadpleging van de originelen in de studiezaal van het NIOD.
Publication Note
Voor vervolgonderzoek raadplege men de volgende studie.
Meihuizen J.P., Smalle marges: de Nederlandse advocatuur in de Tweede Wereldoorlog (Amsterdam 2010)
Note(s)
Het archief bevat aantekeningen en kopieën die dr. J.P. Meihuizen maakte tijdens zijn onderzoek voor zijn in 2010 verschenen boek "Smalle marges: de Nederlandse advocatuur in de Tweede Wereldoorlog". Naast onderzoeksaantekeningen bevat het archief een groot aantal documenten die tijdens het onderzoek zijn vergaard en in de bezettingsperiode zijn ontstaan. het betreft onder meer pleitnota's, strafdossiers en aanvragen voor opname op de zogeheten Barneveld-lijsten. Ook bevat het archief naoorlogse documenten over de zuivering van de advocatuur.
Deze stukken zijn beperkt openbaar. Zij zijn slechts raadpleegbaar na verkregen schriftelijke toestemming van de directeur van het NIOD. Onderzoekers kunnen zich daartoe schriftelijk wenden tot de directeur van het NIOD.
unittitle
titel archief
Onderzoek - advocatuur in bezettingstijd
origination
archiefvormer
Het archief is gevormd door dr. J.P. Meihuizen tijdens het onderzoek voor zijn boek "Smalle marges: de Nederlandse advocatuur in de Tweede Wereldoorlog".
physdesc
omvang
4,7 meter (222 inventarisnummers)
citeer en aanvraaginstructie
Archiefstukken uit dit archief kunnen in de studiezaal van het NIOD worden aangevraagd onder vermelding van: archief 860, inv.no. ...
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste eenmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna volstaat een verkorte aanhaling:
volledig: Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie, Amsterdam, archief 860 Onderzoek advocatuur in bezettingstijd, inv.no. ...
verkort: NIOD, archief 860 Meihuizen, inv.no. ...
langmaterial
taal van de archiefbescheiden
Het merendeel van de archiefstukken is Nederlandstalig.
Process Info
bewerking
De inventaris is in juni 2011 vervaardigd door mw. P. Wongsopawiro en dr. J.P. Meihuizen.