Dossier - Joden - emigratie - Haïti
Conditions Governing Access
Deze stukken zijn beperkt openbaar. Zij zijn slechts raadpleegbaar na verkregen toestemming van de directeur van het NIOD. Voor bezoekers die deze toestemming willen hebben, ligt een formulier bij de balie van de studiezaal van het NIOD.
Openbaarheid
Het archief is in zijn geheel beperkt openbaar. Het is slechts raadpleegbaar na verkregen toestemming van de directeur van het NIOD. Voor bezoekers die deze toestemming willen hebben, ligt een formulier bij de balie van de studiezaal van het NIOD.
aanvraaginstructie
Archiefstukken uit dit archief kunnen in de studiezaal van het NIOD worden aangevraagd
onder vermelding van: collectie 249-A1436, inv.no. ...
Het inventarisnummer is vermeld in numeriek oplopende volgorde,
links naast de beschrijving van de stukken
Note(s)
NIOD-KNAW collectie
Op 13 juli 1928 werd Gerard Voorhoeve, een Rotterdams zakenman, door de regering in Port-au-Prince benoemd tot Consul-generaal van Haïti in Rotterdam. In 1939 en 1940 was dit consulaat betrokken bij het verkrijgen van de Haïtiaanse nationaliteit door een vijftiental Duitse Joden die naar Nederland waren gevlucht. Destijds werd aan bonafide réfugiés die geen Haïtiaanse ingezetenen waren de mogelijkheid geboden om desondanks de Haïtiaanse nationaliteit te verwerven. De regering van Haïti werd in deze gesteund door de Amerikaanse regering en aan een honderdtal personen werd in dit kader een Haïtiaans paspoort uitgereikt. Toen echter bleek dat Duitse agenten langs deze weg Haïti binnen kwamen werd in begin 1942 door Haïti bepaald dat genaturaliseerde burgers vóór augustus van dat jaar naar het eiland moesten komen op straffe van het verlies van hun nationaliteit. De groep in Nederland gestrande ex-Duitsers kwam hierdoor in een onhoudbare situatie. Toestemming om Nederland te verlaten kregen zij niet. Bovendien was Haïti ook met Duitsland in oorlog geraakt. Ondertussen had Voorhoeve in de zomer van 1940 op eigen verantwoordelijkheid aan een aantal - hoofdzakelijk Nederlandse - joden visa voor Haïti verschaft in de hoop dat het hun zou gelukken te ontkomen. Voor de Haïtiaanse (ex-Duitse) joden trachtte hij te bereiken dat zij weer vrijelijk konden beschikken over hun bij Lipmann Rosenthal & Co. berustende vermogens. Hoewel zijn brief hierover nooit beantwoord werd, wist hij blijkbaar toepassing van enige andere anti-joodse maatregelen op deze groep te voorkomen. In mei 1941 reisde Voorhoeve naar Berlijn om op het Auswärtige Amt uitreisvisa voor deze mensen te verkrijgen, hetgeen niet lukte. In september 1941 werd het consulaat door de Duitse autoriteiten gesloten. De meeste van de groep réfugiés overleefden overigens de oorlog.
Subjects
- Overige
- Tweede Wereldoorlog