Verslag door Alfred Goudsmit van zijn vlucht (mei 1940) uit Nederland via IJmuiden naar Engeland. Goudsmit was een van de grondleggers van het warenhuis De Bijenkorf. Hierbij ook een brief van 23 mei 1945 van mevrouw Goudsmit over haar belevenissen en terugkeer na de bevrijding in Amsterdam, en een briefkaart uit Brussel van Joost Levenbach, terugkerend uit Bergen-Belsen, z.d..

Identifier
MF2001550
Language of Description
Dutch
Alt. Identifiers
  • 8
Dates
1 Jan 1940 - 31 Dec 1945
Level of Description
File
Source
EHRI Partner

Scope and Content

Brief 23-05-1945 is van moeder schenkster die schrijft over belevenissen terug in Amsterdam o.a. bij de Bijenkorf. Haar man (vader schenkster) is dan nog in de VS met geheime missies voor de Nederlandse regering bezig. Briefkaart uit Bergen Belsen aan tante (Goudeket). Afzender is Joost Adolf Levenbach latere echtgenoot van schenkster. Joost is geboren 08-11-1927, overleden 25-07-2007. Zat na Bergen Belsen in de trein Treubitz naar Belgie (Leuven). Had TB. Een kolonel heeft gezorgd dat Jooste en zijn zus Annelie in Brussel in een ziekenhuis opgenomen werden. Daarna naar Centr. Israelitisch ziekenhuis in de jacob obrechtstraat in Amsterdam, eindexamen, rechten, kantonrechter. Gertrude van Thijn van de Joodse Raad heeft het gezin Goudsmit erg geholpen met vluchten naar Engeland in de meidagen van 1940. Zie verslag van vader schenkster. Vader schenkster = Alfred Goudsmit (is zoon van oprichter Bijenkorf S.P. Goudsmit). Getrouwd met Gertie (Engelse afkomst). Kinderen: Rineke (schenkster, geboren 1930), Emmelie-Ann (zus, getrouwd in VS tijdens oorlog), Simon Philip (broer, naar college in VS in oorlog, daarna Harvard, in VS gebleven). Moeder gaat eind van de oorlog naar Leuven om via het vrouwen corps in concentratiekampen te helpen (uit schuldgevoel dat ze het overleefd hebben). Ze komt terecht in Amsterdam echter (Brief uit Leuven van 23-05-1945)

This description is derived directly from structured data provided to EHRI by a partner institution. This collection holding institution considers this description as an accurate reflection of the archival holdings to which it refers at the moment of data transfer.