Brief van Rademacher aan de Beauftragte für das Vierjahresplan en de ministeries van binnelandse zaken, economische zaken, financiën, justitie alsmede...

Identifier
MF811350
Language of Description
Dutch
Alt. Identifiers
  • NL-AsdNIOD/270c/508
Dates
1 Jan 1942 - 31 Dec 1942
Level of Description
File
Source
EHRI Partner

Scope and Content

Brief van Rademacher aan de Beauftragte für das Vierjahresplan en de ministeries van binnelandse zaken, economische zaken, financiën, justitie alsmede de Parteikanzlei over de behandeling van het vermogen van voormalige Duitse Joden in het buitenland en dat van buitenlandse Joden in het Rijk. In de praktijk is het onmogelijk gebleken het vroegere Duits-Joodse vermogen in het buitenland te achterhalen, omdat het door overdracht en andere vormen van "versluiering" verdwenen is en de plaatselijke instanties in het buitenland een duidelijk inzicht bemoeilijken. De bereidwilligheid van het buitenland wordt nog verder verblind door het feit, dat Duitse Joden in het buitenland als statenlozen gelden, terwijl de buitenlandse Joden in het Rijk hun nationaliteit hebben behouden. Een ander geval betreft de deportatie van buitenlandse Joden uit het Rijk, het Protektorat en de bezette gebieden. Vaak is vaststelling van de nationaliteit onmogelijk. Dit houdt de deportaties op. Om de "fortschreitende Lösung der Judenfrage in Europa" niet in gevaar te brengen zien het Auswärtige Amt en het RSHA als enige oplossing: het afzien van beiderzijdse aanspraken en onderhandelingen op basis van het "Territorialprinzip", m.a.w. Duitsland ziet af van het vermogen van de statenloze Joden en het buitenland van dat van zijn Joodse onderdanen in Duitsland. Aan de adressanten wordt dringend om omgaande beslissing verzocht. (Hieronder staat in handschrift dat het ministerie van justitie geen bezwaren heeft), 31 juli 1942.

This description is derived directly from structured data provided to EHRI by a partner institution. This collection holding institution considers this description as an accurate reflection of the archival holdings to which it refers at the moment of data transfer.