Rondschrijven van Himmler over de uitvoeringsbepalingen bij executies, aangeduid als Sonderbehandlungsfälle en de "Vorbehandlung" (kennelijk aanvrage ...

Identifier
MF811238
Language of Description
Dutch
Alt. Identifiers
  • NL-AsdNIOD/270c/396
Dates
1 Jan 1937 - 31 Dec 1962
Level of Description
File
Source
EHRI Partner

Scope and Content

Rondschrijven van Himmler over de uitvoeringsbepalingen bij executies, aangeduid als Sonderbehandlungsfälle en de "Vorbehandlung" (kennelijk aanvrage om toestemming tot executies). Bij "Fremdvölkischen" is een eenvoudige melding genoeg (wel moet hun "eindeutschungsfähigkeit" vermeld worden). Van Duitsers en "stamverwanten" is een opgave nodig omtrent het aantal kinderen, het beroep en een eventueel strafblad; verder een foto en persoonsbeoordeling. De opdracht tot uitvoering wordt getekend door de Amtschef IV van het RSHA of een speciale Beauftragte en komt per expresse of telex aan de betr. Staatspolizeistelle, resp. de Kommandeur van de Sipo en SD. Deze stellen op hun beurt de HSSPF en de BdS op de hoogte. Daarna gaat de opdracht naar het concentratiekamp voor zover het een KZ-Häftling betreft. Een vonnis dat door een Standrechtbank is uitgesproken behoeft geen bevestiging van het RSHA. Executies van Duitsers geschieden principieel in het dichtsbijzijnde kamp; buitenlanders worden ter plaatse als maatregel ter afschrikking uitgevoerd. Het executiepeloton bestond uit 6 man o.l.v. een luitenant of sergeant-majoor, allen SS-ers. Ophangen gebeurt door een andere gevangene . Voor foto's of film van executies zijn speciale vergunningen nodig. Na de executie moet het vuurpeloton worden ingelicht over de rechtvaardigheid van het vonnis, zodat het er innerlijk geen schade van kan ondervinden. Dit moet kameraadschappelijk gebeuren, soms tijdens een gezellig samenzijn. Bij executies buiten de kampen moet de Orpo voor afzetting zorgen. In Polen en Rusland moet de bevolking na afloop langs de galgen worden gevoerd en "belehrt" worden. Na de executies volgt melding aan Amt IV, RSHA. De lijken gaan naar het dichtstbijzijnde crematorium of een universiteitskliniek; als dat niet mogelijk is volgt begrafenis op een Joods kerkhof of op de plaats, waar op een kerkhof de zelfmoordenaars begraven worden. De familie wordt principieel pas na de executie ingelicht, 6 januari '43.

This description is derived directly from structured data provided to EHRI by a partner institution. This collection holding institution considers this description as an accurate reflection of the archival holdings to which it refers at the moment of data transfer.