Fragment van een memorandum van de Deense regering over Duitse oorlogsmisdaden tijdens de bezetting van Denemarken. Dit gedeelte heeft betrekking op d...
Scope and Content
Fragment van een memorandum van de Deense regering over Duitse oorlogsmisdaden tijdens de bezetting van Denemarken. Dit gedeelte heeft betrekking op de deportatie van Communisten en Joden. De eersten, een groep van 150 man, werden op 29 augustus 1943 - de dag, waarop door de Duitsers de staat van beleg werd afgekondigd - weggevoerd. Deze Communisten behoorden tot een groep van 248 man, die na de inval in de Sowjet-Unie op Duits verzoek waren opgesloten. De deportatie had plaats op bevel van het Reichssicherheitshauptamt. De deportatie van 475 Joden volgde op een razzia die op 2 october 1943 plaats had. Het nieuws van deze actie was een week eerder uitgelekt. Daardoor was de Deense illigaliteit in staat 8000-9000 te laten onderduiken, voordat zij illigaal naar Zweden vertrokken. De gepakte Joden werden naar Theresienstadt overgebracht, waar 53 van hen stierven. Geen werd vergast. Van de 150 Communisten stierven er ruim twintig, 13 jan. 1946.