Verzameling P. Wijbenga

Identifier
340
Language of Description
Dutch
Dates
1 Jan 1936 - 31 Dec 1977
Level of Description
Fonds
Source
EHRI Partner

Extent and Medium

1 meter; 252 inventarisnummers

Creator(s)

Scope and Content

Pieter Wijbenga, wiens verzameling documentatiemateriaal over de Tweede Wereldoorlog hier wordt beschreven, bekleedde een centrale funktie in het Friese verzet. Woonachtig te Drachten als boekhoudleraar en directeur van de gemeentelijke Distributiedienst, raakte hij tijdens de oorlog al spoedig betrokken bij verschillende vormen van verzet. Na de opheffing van de politieke partijen in 1941, bestonden zijn eerste clandestiene activiteiten uit bijeenkomsten met leden van de opgeheven kiesvereniging van de Anti-Revolutionaire Partij te Drachten. Van hieruit groeiden contacten met het schoolverzet en de hulp aan onderduikers. Als directeur van de Distributiedienst was het lang mogelijk om de nodige bonkaarten en andere bescheiden voor de onderduikers te organiseren. Omstreeks augustus 1943 namen de illegale activiteiten een dusdanige omvang aan dat Wijbenga zich terug trok uit zijn reguliere functies en ontslag nam om zich volledig aan het verzet te wijden. In deze tijd vertegenwoordigde hij de Landelijke Onderduikersorganisatie (groep Drachten) in het provinciale overleg dat regelmatig in Leeuwarden werd georganiseerd. Ook was hij betrokken bij de provinciale coôrdinatie van de verschillende knokploegen in Friesland. De centralisatie die eind 1943 werd doorgevoerd in het Friese verzet, kreeg een geduchte terugslag na de arrestatie van Jan Evenhuis in juni 1944. Toen daarna belangrijke archivalia van het Nationaal Steunfonds werden gevonden, moesten velen onderduiken, ook Pieter Wijbenga, alias 'Geale de Vries'. Na Dolle Dinsdag (5 september 1944) is Wijbenga tijdelijk weer opgedoken en onder meer betrokken geweest bij pogingen tot een samenvoeging van Ordedienst en L.O./L.K.P., een van de stappen tot de vorming van de Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten. Op 7 oktober 1944 is Wijbenga als afgevaardigde van het Friese verzet op reis gegaan naar het inmiddels bevrijde zuiden van Nederland. Na aankomst werd hij ingelijfd bij het Militair Gezag, afd. Binnenlands Bestuur. Toen de bevrijding naderde werd hij ingedeeld bij de eenheid die onder leiding van overste S. Aninga het openbare leven in Friesland weer op gang moest brengen. Wijbenga hield zich bezig met de zuivering van het bestuursapparaat. Het Militair Gezag beëindigde zijn optreden in Friesland in augustus 1945. Wijbenga was na die tijd werkzaam bij de regeringsvoorlichtingsdienst `Oog en Oor', om in 1946 redacteur van het Friesch Dagblad te worden. Als journalist begon hij in de jaren zestig met het publiceren van artikelen over de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog en wel met name over het Friese verzet. Uit deze artikelen ontstond het boek Mei de rêch tsjin de muorre, Drachten 1965. Mede op aandrang van anderen is Wijbenga begonnen zijn journalistieke werk systematisch te bundelen tot een boek. Uiteindelijk is in de periode 1970-1978 de trilogie Bezettingstijd in Friesland verschenen. Deel III hiervan is voorzien van een index op plaatsen persoonsnamen. Het bronnenmateriaal waaruit hierbij werd geput is, voorzover het bij de auteur berustte, in 1981 aan het Rijksarchief in de provincie Friesland geschonken. Het archief bevat naast informatie over het verzet ook veel informatie over de opsporing en berechting van oorlogsmisdadigers (vooral van Duitse instellingen).

Conditions Governing Access

openbaar

Process Info

  • This fonds has been selected by EHRI from the online service Wegwijzer Archieven WO2 at www.archievenwo2.nl based on the Dutch subject heading 'Jodenvervolging' attributed to file descriptions within the collection. Only file descriptions with subject heading 'Jodenvervolging' provided by the Wegwijzer Archieven WO2 have been included.

  • Tresoar

Subjects

Places

This description is derived directly from structured data provided to EHRI by a partner institution. This collection holding institution considers this description as an accurate reflection of the archival holdings to which it refers at the moment of data transfer.