Archief van de Schade Enquete Commissie Amsterdam

Identifier
NL-SAA-256740
Language of Description
Dutch
Dates
1 Jan 1945 - 31 Dec 1955
Level of Description
Fonds
Languages
  • Dutch
Source
EHRI Partner

Scope and Content

Inleiding

Dit archiefje bevat enkele stukken van de Schade Enquête Commissie (S.E.C.) en is afkomstig van Th. Kok die als enquêteur werkzaam was bij de S.E.C. In 1940 werd het Besluit op Materiele Oorlogsschade (verordening 221/1940) uitgevaardigd. Deze verordening betrof de vergoeding van materiële oorlogsschade. Voor de uitvoering van deze verordening werden de zogenaamde Schade Enquête Commissies ingesteld. Een Schade Enquête Commissie was belast met de registratie, het onderzoek en de taxatie van oorlogsschade, die in haar ambtsgebied was ontstaan De Schade Enquête Commissie Amsterdam bestond uit de volgende afdelingen: - Afdeling Completering: aanvullen van dossiers - Afdeling Beoordeling: Beoordelen naar welke volgende afdeling de dossiers moesten worden gezonden. - Afdeling Afwijzingen - Afdeling Herziening - Afdeling Enquête: de taak van deze afdeling bestond in hoofdzaak uit her-enquête van de door de afdeling Beoordeling toegezonden dossiers - Afdeling Balansjaar: Berekende de aanvullende bijdrage van die gevallen die samenliepen met Eigen Verzet Schade. - Afdeling Vaststelling en Eindcontrole - Afdeling Afwikkeling Rond 1955 werd de Schade Enquête Commissie Amsterdam opgeheven. Het archiefje is zeer fragmentarisch, het bevat onder andere ‘Voorschriften en Mededelingen (V.e.M.)’ afkomstig van het Commissariaat voor Oorlogsschade, Informatie-aanvragen van de S.E.C. Amsterdam over roerende goederen van politieke delinquenten die onder het beheer waren genomen door de afdeling Roerende Goederen van het Nederlands Beheersinstituut en Schadeclaims van politieke delinquenten en "staatloze burgers".

Process Info

  • A. Kwakernaak

This description is derived directly from structured data provided to EHRI by a partner institution. This collection holding institution considers this description as an accurate reflection of the archival holdings to which it refers at the moment of data transfer.